Slokdarmoperatie - ERAS

Inleiding

ERAS is een afkorting uit het Engels dat staat voor 'Enhanced Recovery After Surgery' of een versneld herstel na een operatie. Wij willen u graag informeren over de slokdarmoperatie en het versneld herstelprogramma dat hieraan gekoppeld is. De bedoeling van dit programma is de kans op complicaties na de operatie te verkleinen en bijgevolg de functionele uitkomst te verbeteren.

Deze informatie krijgt u om uw aandoening beter te kunnen begrijpen. Als Slokdarmcentrum willen wij u actief betrekken bij de behandeling en uit ervaring weten we dat veel mensen dit fijn vinden. 

Uw behandeling is een samenwerking tussen verschillende hulpverleners en dit vooral met u.

U kunt zelf heel wat doen om de operatie zo goed mogelijk door te komen. Wij hopen dan ook dat u door het lezen van deze tekst beter voorbereid bent op de ingreep. Aarzel niet om contact op te nemen bij onduidelijkheden en/of vragen. De contactgegevens kunt u onderaan deze pagina terugvinden.


Preoperatief

Om uw herstel te verbeteren kunt u zelf al heel wat zaken doen vóór de operatie. Uit onderzoek is gebleken dat onderstaande aandachtspunten een sneller herstel met minder complicaties teweegbrengen.

Bewegen

Er wordt aanbevolen dagelijks te bewegen voor minimaal 30 minuten. Indien haalbaar tweemaal 30 minuten/dag. De inspanning (bv. wandelen, fietsen, huishoudelijke taken, ... ) moet van die intensiteit zijn dat uw ademhaling wat moeizamer verloopt, maar u kunt nog steeds praten tijdens de activiteit. Wanneer u te zware inspanningen levert, kunt u niet meer praten tijdens het bewegen. Hier is het dan ook aangewezen om de intensiteit te verlagen.

Door deze dagelijkse beweging zal u zich fitter voelen en zo ook de kans vergroten op een sneller herstel na de operatie. Het doel is om uw uithouding en spieren in optimale conditie te brengen.

Ademhalingsoefeningen worden aangeleerd voor de operatie indien de longfunctie verminderd blijkt te zijn. Na de verdoving en de operatie is er vaak een toename van slijmproductie in de longen. Om de longen terug maximaal te ventileren is het belangrijk dat deze slijmen opgehoest worden. Via het aanleren van ademhalingsoefeningen en het trainen van de ademhalingsspieren voor de operatie zou dit gemakkelijker lukken, waardoor een longontsteking vermeden kan worden.

Rookstop

Stoppen met roken is ook meteen vaarwel zeggen tegen de meer dan 7000 gifstoffen in sigarettenrook. Uit onderzoek is gebleken dat stoppen met roken gunstige effecten heeft op uw lichaam. Zo worden complicaties vaak vermeden. 

Wat zijn de risico's indien u blijft roken?

  • Probleem met de longen: deze kunnen mild van aard zijn (bv. infectie, verstopping van een longtak), maar ook ernstiger zijn (bv. acute ademnood)
  • Hart- en vaatcomplicaties (bv. verhoogd risico op hartaanval, beroerte)
  • Problemen met wondgenezing

U stopt best 6 tot 8 weken voor de operatie met roken. Hierdoor verdwijnen de risico's van bijwerkingen ten gevolge van het gebruik van tabak. Indien u 2 tot 3 weken voor de ingreep stopt met roken, reduceert u nog steeds de risico's. Zelfs al stopt u 48 uur voor de operatie, dan nog is dit gunstig omdat zuurstof meer ruimte krijgt in het bloed.

Indien u graag begeleiding en steun zoekt, kunnen wij u daarbij helpen. De contactgegevens van rookstopbegeleiding kunt u onderaan de pagina terugvinden.

Voeding

Voeding is zowel voor als na de operatie zeer belangrijk. Een goede voedingsstatus en een stabiel lichaamsgewicht vergroten de kans om de operatie goed door te komen. Het is belangrijk om in de periode tussen diagnose en chirurgische behandeling niet of zo weinig mogelijk te vermageren. Een verminderde eetlust is niet ongewoon voor mensen met een slokdarmtumor door passageklachten, pijn bij het slikken, zure oprispingen, misselijkheid, ... . Weet dat deze klachten niet bij iedereen aanwezig zijn. Hierdoor is het soms nodig om voedingsgewoonten aan te passen. De diëtiste gaat samen met u op zoek naar de best mogelijke oplossingen om te voldoen aan uw voedingsbehoeften.

Verkies bij gewichtsverlies voornamelijk calorierijke voeding.
Indien aanpassingen van de gewone voeding onvoldoende oplossing kan bieden, is het aangewezen bijvoeding in te nemen. De diëtiste helpt u hierbij een keuze te maken.

In uitzonderlijke gevallen is er voor de operatie noodzaak aan het opstarten van sondevoeding. De sondevoeding wordt gegeven via een voedingssonde in de dunne darm (jejunostomiesonde).

Als u thuis voedingsmoeilijkheden ondervindt vragen we u om contact op te nemen met de diëtiste oncologie Saar Vankeirsbilck op het nummer 051 23 71 52.


Dag voor de operatie: opname verpleegafdeling (dag-1)

De ziekenhuisopname is voorzien 1 dag voor de eigenlijke operatie. Zo kunnen de voorbereidingen op de ingreep op een rustige manier gebeuren.

In de namiddag is de gewoonlijke opname voorzien. Hierbij gaat u zich eerst aanmelden aan het onthaal van het ziekenhuis voor een opname. U hebt hiervoor uw identiteitskaart nodig. Indien u beschikt over een hospitalisatieverzekering neemt u best zo snel mogelijk contact op met de betreffende verzekeringsorganisatie.

Na inschrijving kunt u naar de verpleegeenheid gaan. De verpleegkundigen van de afdeling verwelkomen u en brengen u wegwijs op de kamer en de afdeling. In de loop van de namiddag en avond worden de voorbereidingen getroffen voor de ingreep. Indien nodig wordt de buik en borstkast geschoren en anti-trombose kousen worden aangemeten. Er gebeurt een bloedafname en alle nodige informatie wordt verzameld. Omdat het niet altijd evident is wat u allemaal mag meenemen naar het ziekenhuis, sommen wij deze zaken even voor u op.

We adviseren u om geen waardevolle spullen mee te brengen naar het ziekenhuis. Er is een locker, maar deze is beperkt in ruimte. Deze locker wordt eveneens leeggemaakt wanneer u naar de intensieve zorgen verhuist.

U kunt tijdens uw opname geconfronteerd worden met problemen op administratief, financieel of persoonlijk vlak ten gevolge van uw hospitalisatie of ziekte. De medewerkers van de sociale dienst luisteren met bijzondere aandacht naar uw specifieke noden en zoeken samen met u naar gepaste oplossingen. Vanuit de sociale dienst kunt u bijstand krijgen bij het regelen van persoonlijke en praktische zaken. Tijdens uw ziekenhuisverblijf zult u bezoek krijgen van de maatschappelijk werker van het ziekenhuis. Deze zal samen met u nagaan welke hulp en/of hulpmiddelen u thuis zult nodig hebben. Ze geven u ook informatie over de mogelijke sociale voordelen en/of tegemoetkomingen.

Voor uw eigen comfort, is het belangrijk om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Indien mogelijk, neem contact op vóór uw opname in het ziekenhuis met de sociale dienst, zodat deze mensen u tijdig kunnen ondersteunen en begeleiden.

Contacten met de thuiszorg (thuisverpleging, gezinshulp, poetshulp, warme maaltijden, thuisverpleging, thuiszorgwinkel,...) zijn cruciaal. Voor aanvragen betreffende een verblijf in een hersteloord, revalidatiecentrum of kortverblijf kunt u op de medewerkers van de sociale dienst beroep doen.

Geconfronteerd worden met ziekte en een ziekenhuisopname is niet vanzelfsprekend. Het heeft impact op het hele gezin. Als patiënt kunt u beroep doen op een psycholoog. Maar ook uw kinderen of kleinkinderen kunnen begeleiding nodig hebben. 

Hiervoor kunnen ze terecht in 'het vlinderhuis'. Contacteer uw hulpverlener voor meer informatie.


Perioperatief (dag 0)

De dag van de operatie zal u 2 à 3 uur voor de ingreep een koolhydraatrijke drank (appelsap) krijgen om te drinken. Uit onderzoek is gebleken dat dit gunstige effecten heeft op het verloop na de operatie.

Vooraleer u naar de operatiezaal gaat, krijgt u anti-trombose kousen en een operatiekleed. Dit is het enige dat u mag aanhouden. Ondergoed, bril, lenzen, sieraden, en eventueel een vals gebit en andere zaken worden niet toegelaten.

Indien u aan de beurt bent, brengt de brancardier u met uw bed naar het operatiekwartier. Daar wacht u even in de wachtzaal en komt de verantwoordelijke verpleegkundige een aantal zaken extra bevragen en controleren. Wanneer alles gecontroleerd is, zal men u naar de operatiezaal brengen. Daar ziet u verschillende apparaten staan die helpen om uw lichaamsfuncties tijdens de operatie te bewaken. Hiervoor worden er een aantal leidingen en klevers geplaatst.

Om pijnstilling te voorzien tijdens en na de ingreep wordt er een epidurale katheter geplaatst. Hiervoor gaat u op de rand van de operatietafel zitten. De rug wordt uitgebreid ontsmet en daarna plaatselijk verdoofd. Via een naald wordt uw rug ter hoogte van uw wervels aangeprikt, waarna een dun buisje (de epidurale katheter) in uw ruggemergkanaal geplaatst wordt. De katheter wordt verbonden met een epidurale pijnpomp. Via deze weg wordt er pijnstilling toegediend. De naald wordt verwijderd en het buisje blijft zitten en daarna vastgekleefd op de rug. De verpleegkundigen en anesthesist zullen instructies geven tijdens de plaatsing van de katheter.

De operatie kan bestaan uit een open ingreep, een minimale invasieve ingreep (kijkoperatie) of een combinatie van beide. De chirurg heeft de beste toegangsweg gekozen en met u besproken. Het soort operatie is afhankelijk van de ligging van de tumor, de uitgebreidheid van de tumor en uw algemene conditie. Het principe van de operatie blijft wel gelijk. De tumor met omgevend vet- en klierweefsel wordt verwijderd en van uw maag wordt een buis gemaakt die dan het verwijderde stuk van de slokdarm zal vervangen (zie tekening hieronder). 

Wanneer de maag volledig moet worden weggenomen is deze bijgevolg niet bruikbaar voor de reconstructie. In dat geval wordt een stukje van uw dundarm gebruikt om de slokdarm te vervangen.

De duur van de operatie is moeilijk te voorspellen, maar schommelt meestal tussen de 4 en 7 uur. Daarna wordt u meteen overgebracht naar de afdeling intensieve zorgen.

Afdeling intensieve zorgen

De afdeling intensieve zorgen in het AZ Delta ziekenhuis campus Rumbeke te Roeselare is opgedeeld in 4 zorgeenheden:

  • Intensieve zorgen 1 AZ Delta campus Rumbeke en te bereiken via 051 23 71 01
  • Intensieve zorgen 2 AZ Delta campus Rumbeke en te bereiken via 051 23 71 02
  • Intensieve zorgen 3 AZ Delta campus Rumbeke en te bereiken via 051 23 71 03
  • Intensieve zorgen 4 AZ Delta campus Rumbeke en te bereiken via 051 23 71 04

    U komt terecht op één van deze vier intensieve zorgeenheden. De bezoekersuren voor de vier zorgeenheden zijn gelijk, namelijk van 15u00 tot 15u30 en van 19u00 tot 19u30. Het bezoek is beperkt tot deze twee korte bezoekmomenten per dag. Dit om de rust van de patiënten niet te verstoren, maar ook om de zorgverleners in optimale omstandigheden te laten werken. Daarom vragen we u om het aantal bezoekers te beperken en het bezoek zo rustig mogelijk te houden.

    Het mogelijke effect van gsm's en tablets op de hoogtechnologische apparatuur is op dit ogenblik nog onduidelijk. Daarom vragen we om gsm's en tablets uit te schakelen. Om privacy redenen is het verboden om foto's en opnames te maken.

    Eigen nachtkledij is meestal niet mogelijk door de aanwezigheid van de vele kabels en leidingen. Daarom dragen alle patiënten een nachthemd van het ziekenhuis. De belangrijkste persoonlijke zaken die de patiënt nodig heeft, zijn eventueel zijn/haar bril, tandprothese, hoorapparaat en/of scheermachine. Voorzie deze van uw naam om vergissingen te vermijden.

    Leidingen en sondes

    Alle sondes, leidingen en kabels hebben een specifieke functie om uw herstel te bevorderen en uw lichaamsfuncties nauwgezet op te volgen.

    • Een maagsonde wordt geplaatst via de neus in de nieuwe buismaag. Zo kan er vocht en lucht afgevoerd worden. Deze sonde wordt gewoonlijk verwijderd rond de derde dag na de operatie.
    • Thoraxdrain(s): In de borstkas wordt een buisje geplaatst om vochtopstapeling te voorkomen. Overtollig vocht loopt af, waardoor de longen optimaal kunnen uitzetten tijdens de ademhaling. Afhankelijk van de hoeveelheid drainagevocht (debiet), kan de sonde verwijderd worden.
    • U zult via de bloedbaan ook vocht en medicatie toegediend krijgen door middel van een infuus. Deze wordt zo snel mogelijk verwijderd.
    • (Wond)drains worden tijdens de operatie geplaatst om wondvocht te laten aflopen. Het aantal drains is afhankelijk van het type operatie. Deze worden verwijderd afhankelijk van de hoeveelheid wondvocht dat afloopt.
    • Een jejunostomiesonde wordt tijdens de operatie geplaatst om u na de operatie van voeding te kunnen voorzien. Deze voedingssonde wordt geplaatst door de buik tot in de dunne darm. De eerste dagen mag u niet eten via de mond om de genezing binnenin uw lichaam optimaal te laten verlopen. De sondevoeding wordt de eerste dag na de operatie opgestart aan een lage inloopsnelheid, om zo geleidelijk op te drijven.
    • Een minitracheocanule wordt niet bij elk type operatie geplaatst. Dit is een fijn buisje die rechtstreeks in de luchtpijp geplaatst wordt om slijmen te kunnen aspireren. Het ophoesten van slijmen is soms pijnlijk en verloopt moeilijk waardoor een minitracheocanule een handig hulpmiddel is om die slijmen te kunnen evacueren. Hierdoor kan de kans op een longontsteking gereduceerd worden. Deze canule wordt verwijderd zodra de slijmen voldoende opgehoest kunnen worden.
    • De blaassonde wordt geplaatst tijdens de operatie. Door deze sonde kan men zien of uw nieren naar behoren functioneren na de operatie. De blaassonde wordt verwijderd wanneer u naar het toilet kunt stappen of bij het verwijderen van de pijnpomp. Dit is meestal tussen dag 3 en 5.
    • De epidurale pijnmedicatie wordt geleidelijk aan afgebouwd en de epidurale katheter wordt verwijderd na 4 à 5 dagen mits de pijn voldoende onder controle is.

    Postoperatief

    Er zijn 3 zeer belangrijke pijlers in het versneld herstelprogramma en deze zijn pijn(stilling), voeding en activiteit. Hiermee wordt een dagschema opgesteld die uw genezing zo optimaal mogelijk zal laten verlopen.

    Dagschema

    Dag 0 (dag van de operatie)

    De ochtend van de operatie wordt u 2 à 3 uur voor de ingreep wakker gemaakt voor het drinken van een koolhydraatrijk drankje. Een epidurale katheter verbonden met een pijnpomp wordt op het operatiekwartier geplaatst om u tijdens en na de operatie voldoende pijnstilling te geven. Na de operatie verblijft u op intensieve zorgen en tijdens de avond is het de bedoeling om op te zitten op de rand van het bed of de zetel. U bent nuchter en mag niets eten. U krijgt wel voldoende vocht toegediend via de bloedbaan (infuus). Er is een maagsonde aanwezig (via de neus) die maagvocht en lucht laat aflopen.

    Dag 1

    Op dag 1 na de operatie is de epidurale pijnpomp nog aanwezig. Bij pijn kunt u zelf pijnstilling toedienen door middel van een drukknop. De pomp is zo ingesteld dat u zichzelf niet te veel pijnstilling kan geven. Op dag 1 mag u nog niets eten, maar er wordt wel sondevoeding opgestart. De maagsonde is nog steeds aanwezig voor het aflopen van vocht en lucht, zodat de wonde aan de binnenkant mooi kan genezen. U zal vandaag opzitten in de zetel en enkele stapjes zetten in de kamer.

    Dag 2

    De epidurale pijnpomp blijft aanwezig op dag 2. U verblijft op intensieve zorgen en stapt vandaag met begeleiding van de kinesist rond in de gang en/of kamer. Indien dit voor u haalbaar is mag u slokjes water drinken terwijl de maagsonde nog aanwezig is. De sondevoeding wordt verder opgedreven.

    Dag 3

    Afhankelijk van uw algemene toestand wordt u tussen dag 3 en 5 overgeplaatst naar de verpleegafdeling. Uw epidurale pijnpomp is nog aanwezig, maar in de avond op dag 3 of 4 na de operatie brengen de verpleegkundigen ook een pijnklever aan. Zo heeft de klever voldoende tijd om in te werken en pijnstilling via de huid af te geven. Daags na het aanbrengen van de klever wordt de pijnpomp gestopt (gewoonlijk op dag 4 of 5). De maagsonde mag vandaag waarschijnlijk verwijderd worden en u mag water/thee/koffie/yoghurt/pudding eten of drinken. De sondevoeding loopt vandaag gewoon verder. U zult vandaag onder begeleiding met de kinesist wandelen in de gang.

    Dag 4

    Op dag 4 of 5 mag uw pijnpomp gestopt en de epidurale katheter verwijderd worden. De pijnklever in combinatie met zo nodig extra pijnmedicatie via de mond zorgen nu voor uw pijnstilling. Indien u nog op intensieve zorgen verblijft, kan het zijn dat u vandaag naar de verpleegeenheid overgebracht wordt. Dit is afhankelijk van uw algemene toestand. De arts beslist wanneer u klaar bent om naar de verpleegafdeling te gaan. Indien het goed verloopt om yoghurt/pudding/koffie/water/thee te nuttigen, zal er gestart worden met zachte/gemixte voeding. Dit gebeurt nog steeds in combinatie met sondevoeding om u te voorzien van voldoende voedingstoffen. Vandaag zal u onder begeleiding of zelfstandig stappen in de gang.

    Dag 5

    Indien er zich geen complicaties voordoen is het de verwachting dat u ten laatste vandaag naar de verpleegeenheid gaat. De pijnklever en de pijnmedicatie, die u zo nodig extra mag innemen, zorgen verder voor de pijnstilling. De orale (via de mond) voeding wordt verder opgedreven in de mate van uw mogelijkheden. Dit gebeurt nog steeds in combinatie met de sondevoeding. Stappen in de gang wordt verder geoefend.

    Dag 6

    De pijnklever en de pijnmedicatie worden verder gezet tot wanneer u geen pijn meer heeft. De voeding zal dag per dag beter lukken waardoor de sondevoeding enkel 's nachts nog zal inlopen. Overdag krijgt u dan terug een hongergevoel en met een leiding (deze van de sondevoeding) minder kan u beter in beweging komen. Op dag 6 is het de bedoeling om onder begeleiding van de kinesist trappen te doen in combinatie met zelfstandig stappen in de gang.

    Dag 7

    Dag zeven verloopt gelijkaardig aan dag zes.

    Dag 8

    De meeste mensen gaan naar huis tussen dag 8 en dag 12. De arts bepaalt wanneer u naar huis kunt. Een aantal criteria om naar huis te kunnen gaan zijn: zelfstandig de trappen op en af kunnen, de orale voeding verloopt goed en de pijn is goed onder controle.

    Dag 9, 10, ...

    Uw herstel verloopt verder tot u klaar ben om naar huis te gaan.


    Mogelijke complicaties

    Door dit ERAS programma te gebruiken merken we een forse daling in het aantal complicaties na de operatie. Toch is het niet altijd mogelijk om complicaties te vermijden. Daarom sommen we u graag de meest voorkomende complicaties op.


    Vroege complicaties

    Longontsteking

    Een longontsteking of pneumonie komt voor wanneer de longen niet goed kunnen ventileren (ademen). De bacteriën kunnen hierdoor gemakkelijk vermenigvuldigen en een ontsteking veroorzaken.

    Een optimale ademhaling is van zeer groot belang om een pneumonie te voorkomen. Hiervoor krijgt u oefeningen van de kinesitherapeuten en is het belangrijk om voor de operatie in goede conditie te zijn. Stoppen met roken is aangeraden om uw kans op een longontsteking zo klein mogelijk te houden. Ook andere maatregelen helpen een longontsteking te voorkomen, zoals het rechtop zitten, het snel in beweging komen, het aanleren van ademhalingsoefeningen, .... Ook de pijnbestrijding moet voldoende zijn zodat goed doorademen geen pijnprikkels veroorzaakt. Goed doorademen staat gelijk aan goed geventileerde longen. De kinesisten gaan samen met u enkele trucjes aanleren waardoor u beter zult gaan ademhalen en fluimen gemakkelijker gaat ophoesten.

    Fistel of lekkage

    Een fistel of lekkage kan optreden op de plaats waar de resterende slokdarm aan de buismaag verbonden is. Meestal geneest een fistel na enige tijd spontaan.

    Heesheid

    Heesheid komt voor wanneer de stembandzenuwen, die net naast de slokdarm lopen, gekneusd of beschadigd werden. Hierdoor gaan de stembanden minder goed gaan functioneren, wat heesheid veroorzaakt. De heesheid verdwijnt, maar kan in zeldzame gevallen blijvend zijn. Door stemoefeningen kan de spraak sterk verbeterd worden.

    Hartritmestoornissen

    Borstkaschirurgie geeft een verhoogde kans op hartritmestoornissen. Deze zijn te behandelen met aangepaste medicatie.

    Chyllek

    Door de operatie kunnen lymfebanen beschadigd worden. In zeldzame gevallen leidt dit tot verlengde drainage van lymfevocht. Dit wordt meestal behandeld met een aangepast dieet.


    Late complicaties

    Dumpingsyndroom

    Bij dumping is het zo dat voedsel sneller dan gewoonlijk en met grote hoeveelheden in het eerste stuk van de dunne darm terecht komt. Hierdoor worden voedingstoffen enerzijds sneller afgebroken en anderzijds sneller in het bloed opgenomen. Dit kan ongemakken veroorzaken zoals zweten, hoofdpijn, misselijkheid, diarree, hartkloppingen, opgeblazen gevoel, een ijl gevoel in het hoofd en trillen. Door het gedeeltelijk ontbreken van de maag heeft u een verhoogde kans om deze klachten te ontwikkelen. De klachten ontwikkelen zich vaak kort na de maaltijd, maar kunnen zich ook tussen de 1 en 3 uur na de maaltijd manifesteren.

    Indien u dergelijke klachten heeft, is het aangewezen om kleinere hoeveelheden te nuttigen en dat meerdere keren per dag. Ook rustig eten en goed kauwen is aangeraden. Verder zien we dat het beperken van drinken tijdens de maaltijd nuttig kan zijn.

    Het eten van enkelvoudige suikers worden het best beperkt. Als advies wordt dan een meer vezelrijke voeding aangeraden. Na de operatie is het zo dat de diëtisten ook nog een brochure voorzien met tips over de voeding na een slokdarmoperatie. Indien u nog vragen heeft of u heeft blijvende klachten, neem dan gerust contact op met de diëtiste (zie contactgegevens onderaan deze pagina).

    Reflux/zure oprispingen

    Zure oprispingen zijn het gevolg van darmvloeistoffen die door de buismaag naar boven lopen. Het is aangeraden dat u na de maaltijd niet plat op de rug gaat liggen. U plaatst het best twee kussens onder het hoofd. Zo voorkomt u dat de darmvloeistoffen gemakkelijker gaan terugvloeien. Ook het knopen van schoenveters, waarbij u uw lichaam voorover buigt, zal reflux in de hand werken. Er wordt aangeraden om dit langzaam te doen of uw schoenen op een verhoog te plaatsen waardoor u zich minimaal moet voorover buigen.

    Vernauwing

    De buismaag en het resterende deel van de slokdarm worden aan elkaar genaaid en vormen een litteken langs de binnenkant. Littekenweefsel is minder elastisch waardoor er een vernauwing kan aanwezig zijn op de verbinding met de buismaag. Door de vernauwing kan het gebeuren dat de passage van eten minder goed verloopt. Dit kan zeer vervelend zijn, maar is vaak op te lossen met een kijkonderzoek, waarbij de vernauwing gedilateerd wordt. Indien er zich geen andere problemen voordoen na de operatie, is de kans op een vernauwing vrij klein.

    Vermoeidheid

    Vermoeidheid is gedurende de eerste weken na slokdarmchirurgie een veel voorkomende klacht. Er wordt aangeraden om gedurende een ruime periode na de ingreep hiervoor aandacht te hebben en niet teveel hooi op de vork te nemen. 


    Revalidatie

    Indien u dit wenst is er de mogelijkheid om 2 maand na uw ingreep een revalidatieprogramma te volgen. Het revalidatieprogramma heeft de bedoeling om u op fysiek als mentaal vlak beter te laten voelen. In samenspraak met uw (huis)arts kunt u op consultatie komen op fysische geneeskunde waarna u een revalidatieprogramma wordt voorgeschreven. Er wordt een individueel activiteitenplan voor u opgesteld. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw arts of zorgcoördinator.


    Opvolging (follow up)

    Na uw ontslag uit het ziekenhuis komt u na 2 à 4 weken terug op raadpleging bij de chirurg. Indien u voordien problemen ervaart, neemt u best contact met ons op. Na 3 maand volgt er nog een consultatie bij de chirurg. Uiteraard is er ook de oncologische opvolging via de dienst gastro-enterologie gedurende de eerste 5 jaar na de diagnose.

    FAQ (veel gestelde vragen)

    Wanneer mag ik weer beginnen eten?

    Op dag 2 heeft u de mogelijkheid om al een slokje water te drinken. De arts en de hulpverleners zullen dit op tijd aangeven wanneer dit 'veilig' kan verlopen. Indien alles gunstig verloopt, wordt de maagsonde verwijderd en kunt u vanaf dag 3 na de operatie yoghurt of pudding eten in combinatie met thee, koffie of water. De volgende dagen evolueert de voeding mee in functie van uw mogelijkheden.

    Wanneer mag ik naar huis?

    Er wordt gestreefd naar een ontslag vanaf dag 8 na de operatie. De meeste patiënten gaan tussen dag 8 en 12 naar huis op voorwaarde dat er zich geen belangrijke complicaties voordeden.

    Mag ik terug roken na de operatie?

    Het wordt zeer sterk aangeraden om ook na de operatie uw rookstop verder te zetten. Zowel naar wondgenezing als naar laattijdige complicaties toe zal een rookstop gunstige effecten hebben. Uit onderzoek is ook gebleken dat u hierdoor minder risico hebt op een herval van de ziekte.

    Wat als ik pijn heb?

    Minder pijn betekent meer kunnen doorademen, wat een gunstig effect heeft op de ventilatie van de longen. Minder pijn betekent ook minder geremd zijn om te bewegen, wat een gunstig effect heeft op de doorbloeding en wondgenezing. Eveneens betekent geen pijn hebben een positiever mentaal beeld, wat uw herstel bevordert. Bij pijn verwittigt u best zo snel mogelijk de hulpverleners, artsen, ....

    Wanneer wordt jejunostomie voedingssonde verwijderd?

    De sondevoeding wordt gestopt wanneer u voldoende kunt eten. Als u bij ontslag uit het ziekenhuis nog onvoldoende kan eten, wordt de sondevoeding (enkel 's nachts) thuis verder gezet. Enkele weken na het stoppen van de sondevoeding kan de voedingssonde op raadpleging bij de chirurg verwijderd worden op voorwaarde dat u goed kunt eten en op gewicht blijft. De voedingssonde wordt verwijderd wanneer de voeding via de mond goed verloopt.



    Contacten


    Eerste contactpersonen

    Zorgcoördinator slokdarmchirurgie AZ Delta 

    Simon Desnouck
    051 23 73 32
    simon.desnouck@azdelta.be

    Zorgcoördinator slokdarmchirurgie AZ Sint-Jan Brugge

    Wim Deduytsche
    050 45 99 67

    Tomas.Leupe@azsintjan.be 

    Evie Schelstraete
    050 45 99 66
    Evie.Schelstraete@azsintjan.be


    Secretariaten

    Secretariaat chirurgie AZ Delta campus Rumbeke
    051 23 71 09
    secr.chirurgie.wilg@azdelta.be

    Secretariaat abdominale heelkunde AZ Sint-Jan Brugge
    050 45 25 60
    algemene.heelkunde@azsintjan.be

    AZ Delta spoedgevallen
    Bereikbaar via 112 of 051 23 77 08


    Verpleegeenheden

    Verpleegeenheid chirurgie AZ Delta campus Rumbeke is bereikbaar via 051 23 71 76

    Intensieve zorgen 1 AZ Delta campus Rumbeke is bereikbaar via 051 23 71 01
    Intensieve zorgen 2 AZ Delta campus Rumbeke is bereikbaar via 051 23 71 02 

    Intensieve zorgen 3 AZ Delta campus Rumbeke is bereikbaar via 051 23 71 03                            Intensieve zorgen 4 AZ Delta campus Rumbeke is bereikbaar via 051 23 71 04


    Rookstopbegeleiding

    Horanka Uyttenhove - Campus Westlaan en Wilgenstraat te Roeselare
    051 23 81 82
    Horanka.uyttenhove@azdelta.be

    Tabakstop is bereikbaar via 0800 111 00 (gratis nummer, staat ook op je pakje sigaretten)

    Uw huisarts


    Hulpverleners 

    Saar Vankeirsbilck - diëtiste (voedingsadvies)
    051 23 71 52
    saar.vankeirsbilck@azdelta.be
    dietisten.wilg@azdelta.be

    Sharon Cool - sociale dienst
    051 23 80 37
    sharon.cool@azdelta.be

    Annick Custers - psychologe
    051 23 75 63
    annick.custers@azdelta.be

    Ilse Doom - kinderpsychologe en coördinator van het Vlinderhuis
    051 23 81 87
    ilse.doom@azdelta.be

    Bruno Vanruymbeke - spirituele zorg
    051 23 39 65
    bruno.vanruymbeke@azdelta.be

    Kinesitherapie en fysiotherapeut: 051 23 77 25
    Oefenzaal: 051 23 77 47

    ©2020 Slokdarmcentrum West-Vlaanderen, alle rechten voorbehouden
    Mogelijk gemaakt door Webnode
    Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin